Historie

An der Mündung des Perlbachs (Schwalm) in die Rur wurde der Firma Matthias Schlösser und Sohn die Installierung eines Wasserrades für eine Walke konzessioniert.

Alexander Scheibler (Firma F. J. Scheibler) kaufte die Anlage 1837, verlegte hierhin 1856 seine Produktion von Filzhüten und begründete 1863 für Monschaus Textilindustrie mit der Herstellung von Kunstwolle einen neuen Produktionszweig, in dem er durch Zerreißen wollener Abfälle neues Spinnmaterial produzierte.

Bei der Verarbeitung des Rohmaterials wurde Salzsäure eingesetzt, deren Ausscheidungen nicht nur gesundheitsschädlich waren. Auch die angrenzenden Waldgebiete wurden erheblich geschädigt. Um möglichen Regressansprüchen vorzusorgen, kaufte die Firma Scheibler diese Waldgebiete einfach auf.

1886 beschäftigte die Firma F. J. Scheibler hier 172 Frauen und 14 Männer. Hiervon waren 31 Personen zwischen 14 und 16. Jahre alt.

Die erste Dampfmaschine wurde in Dreistegen 1882 installiert, davon zeugen heute noch Reste des Kesselhaues.  Bereits 1886 87 wurde in Dreistegen die erste private elektrische Beleuchtung in Monschau eingerichtet, die Elektrifizierung der Stadt beschloss der Stadtrat erst am 28.4.1921.

Nach dem Niedergang der Textilindustrie in Monschau verfielen die Gebäude im Laufe der Jahrzehnte zusehend. Das Walkmühlen Gebäude wurde 1984 endgültig abgebrochen.

Um 2008 erwarb die neugegründete Dreistegen GmbH http://www.dreistegen.com/ den zerfallenen Industriekomplex und baute ihn sukzessive wieder auf. Im Zentrum der Aktivitäten der Dreistegen GmbH steht die Anwendung kalter Plasmen zur Veredlung technischer Oberflächen um die Eigenschaften von Werkstoffen durch Eindiffusion von Zusatzstoffen und/oder Abscheidung spezieller Beschichtungen zu optimieren. Hierdurch wird bei Werkzeugen der abrasiven Verschleiß, die Reibung und die Korrosion deutlich herabgesetzt.

Quelle: Montjoie-Monschau von Häusern und Menschen. Autoren. Hermanns, Klubert , Offermann, Lauscher ISSN 0939-034 erhältlich beim Geschichtsverein des Monschauer Landes e.V. www.gv-monschau.de

History

Dreistegen

At the mouth of the Perlbach (Schwalm) into the Rur, the company Matthias Schlösser und Sohn was granted a concession to install a water wheel for a fulling mill.

Alexander Scheibler (F. J. Scheibler) bought the plant in 1837, moved his production of felt hats here in 1856, and in 1863 established a new branch of production for Monschau's textile industry with the manufacture of artificial wool, producing new spinning material by tearing up woollen waste.

Hydrochloric acid was used in the processing of the raw material, the excretions of which were not only harmful to health. The neighbouring forest areas were also considerably damaged. In order to prevent possible recourse claims, the Scheibler company simply bought up these forest areas.

In 1886, the company F. J. Scheibler employed 172 women and 14 men here. Of these, 31 were between 14 and 16 years old.

The first steam engine was installed in Dreistegen in 1882, remains of the boiler house still bear witness to this today.  The first private electric lighting in Monschau was installed in Dreistegen as early as 1886, but the town council did not decide to electrify the town until 28 April 1921.

After the decline of the textile industry in Monschau, the buildings became increasingly dilapidated over the decades. The fulling mill building was finally demolished in 1984.

Around 2008, the newly founded Dreistegen GmbH http://www.dreistegen.com acquired the dilapidated industrial complex and gradually rebuilt it. The activities of Dreistegen GmbH focus on the use of cold plasmas to refine technical surfaces in order to optimise the properties of materials through the diffusion of additives and/or the deposition of special coatings. This significantly reduces abrasive wear, friction and corrosion on tools.

Source: Montjoie-Monschau of houses and people. Authors. Hermanns, Klubert , Offermann, Lauscher ISSN 0939-034 available from Geschichtsverein des Monschauer Landes e.V. www.gv-monschau.de

Histoire

Dreistegen

A l'embouchure du Perlbach (Schwalm) dans la Roer, la société Matthias Schlösser et fils obtint une concession pour l'installation d'une roue à eau pour un foulon.

Alexander Scheibler (société F.J. Scheibler) acheta l'installation en 1837, y transféra sa production de chapeaux en feutre en 1856 et créa en 1863 une nouvelle branche de production pour l'industrie textile de Monschau avec la fabrication de laine artificielle en produisant une nouvelle matière à filer par déchirement de déchets de laine.

Lors du traitement de la matière première, on utilisait de l'acide chlorhydrique, dont les rejets n'étaient pas seulement nocifs pour la santé. Les zones forestières avoisinantes ont également été considérablement endommagées. Afin de se prémunir contre d'éventuels recours, l'entreprise Scheibler a tout simplement racheté ces zones forestières.

En 1886, l'entreprise F. J. Scheibler comptait 172 femmes et 14 hommes. Parmi eux, 31 personnes étaient âgées de 14 à 16 ans.

La première machine à vapeur a été installée à Dreistegen en 1882, comme en témoignent encore aujourd'hui les restes de la chaufferie.  Le premier éclairage électrique privé de Monschau a été installé à Dreistegen dès 1886, mais le conseil municipal n'a décidé l'électrification de la ville que le 28 avril 1921.

Après le déclin de l'industrie textile à Monschau, les bâtiments se sont détériorés au fil des décennies. Le bâtiment du moulin à foulon a été définitivement démoli en 1984.

Vers 2008, la société Dreistegen GmbH www.dreistegen.com , nouvellement créée, a racheté le complexe industriel en ruine et l'a progressivement reconstruit. Les activités de Dreistegen GmbH se concentrent sur l'utilisation de plasmas froids pour l'affinage de surfaces techniques afin d'optimiser les propriétés des matériaux par la diffusion d'additifs et/ou le dépôt de revêtements spéciaux. Cela permet de réduire considérablement l'usure par abrasion, le frottement et la corrosion des outils.

Geschiedenis

Dreistegen

Aan de monding van de Perlbach (Schwalm) in de Rur kreeg de firma Matthias Schlösser und Sohn een concessie om een waterrad voor een volmolen te installeren.

Alexander Scheibler (F. J. Scheibler) kocht de fabriek in 1837, bracht in 1856 zijn productie van vilthoeden hierheen en vestigde in 1863 een nieuwe productietak voor de textielindustrie van Monschau met de vervaardiging van kunstwol, waarbij nieuw spinmateriaal werd geproduceerd door wollen afval te verscheuren.

Bij de verwerking van de grondstof werd zoutzuur gebruikt, waarvan de uitscheidingsproducten niet alleen schadelijk waren voor de gezondheid. Ook de aangrenzende bosgebieden werden aanzienlijk beschadigd. Om mogelijke regresvorderingen te voorkomen, kocht de firma Scheibler deze bosgebieden gewoon op.

In 1886 werd het bedrijf F. J. Scheibler had hier 172 vrouwen en 14 mannen in dienst. Hiervan waren er 31 tussen de 14 en 16 jaar oud.

De eerste stoommachine werd in 1882 in Dreistegen geïnstalleerd, resten van het ketelhuis getuigen hier nog van.  De eerste particuliere elektrische verlichting in Monschau werd al in 1886 in Dreistegen geïnstalleerd, maar de gemeenteraad besloot pas op 28 april 1921 tot elektrificatie van de stad.

Na het verval van de textielindustrie in Monschau raakten de gebouwen in de loop der decennia steeds meer in verval. Het volmolengebouw werd uiteindelijk in 1984 gesloopt.

Rond 2008 kocht het nieuw opgerichte Dreistegen GmbH www.dreistegen.com het vervallen industriecomplex en bouwde het geleidelijk weer op. De activiteiten van Dreistegen GmbH zijn gericht op het gebruik van koude plasma's voor de verfijning van technische oppervlakken om de eigenschappen van materialen te optimaliseren door de diffusie van additieven en/of de afzetting van speciale coatings. Dit vermindert abrasieve slijtage, wrijving en corrosie op gereedschap aanzienlijk.

Bron: Montjoie-Monschau van huizen en mensen. Auteurs. Hermanns, Klubert , Offermann, Lauscher ISSN 0939-034 verkrijgbaar bij Geschichtsverein des Monschauer Landes e.V. www.gv-monschau.de